heersen

werkwoord

Hij was een rijke Indiase prins wiens ouders heersten over een klein koninkrijk in het noordoosten van India.

Er heerst een gevoel bevrijd te zijn van een jarenlange, constante druk.

Er zou een 'angstcultuur' hebben geheerst.

Hier heerst een stille, maar diepgaande krisis.

Hij was wel de voornaamste koning tussen al de andere, maar hij heerste niet over het hele gebied.

Tegenwoordig heersen andere inzichten.

Er heerst optimisme.'

Overal waren bevrijdingsfeesten en heerste een uitgelaten stemming.

Bij hen heerst toch een totaal andere manier van denken over het leven.

Er heerste een uitgesproken underground-sfeer.

In de gevangenis heerst een machocultuur en het recht van de sterkste.

Binnen de bende heersten regels en hiërarchieën.

Er moet een sfeer van participatie en openheid heersen over het onderwerp.

In de controlecabine heerste stilte, slechts onderbroken door de korte bevelen van de stuurman.

Tot diep in de jaren zeventig heerste het primaat van gelijke kansen voor iedereen.

In een college van louter mannen heerst er meer agressiviteit.

Bovendien heerste er constant zo' n drukte dat je enorm veel tijd nodig had om ergens te geraken.

Anarchie is dus een toestand waarin niemand heerst over een ander.

Over de oorzaak heerst nog onduidelijkheid en wordt veel gediscussieerd.

In menig huishouden heerst opluchting en tevredenheid.

In Nederland heerst een gemiddelde luchtdruk van 1010 mbar.

In deze hippiecultuur heerst een sterke drang naar zelfexpressie.

In de jaren tachtig heerste er juist een sterk geloof in de werking van de markt.

De crisis heerste zowel in Europa als in de Verenigde Staten.

Er heerst nu eenmaal een relaxte sfeer bij ons.

Vanaf dat moment heerste Japan niet alleen over Korea, maar ook over het zuidelijk deel van Mantsjoerije.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

angst

chaos

crisis

cultuur

gevoel

idee

klimaat

koning

onduidelijkheid

onrust

(11 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

intern

onderling

overal

sterk

prepositiegroep

in:

deel

land

samenleving

sector

stad

wetenschap

op:

markt

in:

tijd

bij:

...

onder:

...

binnen:

...

tussen:

...

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

over:

ander

deel

gewest

koninkrijk

land

leven

natuur

rijk

stad

wereld

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij heersen?

blijven

kunnen

moeten

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met heersen?

verdelen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.