agent

substantief

Op weg naar huis arresteren twee agenten hem.

Agenten hielden de moeder aan op verdenking van betrokkenheid.

De agent maakt proces-verbaal op.

De agenten stelden een pv op.

De meeste agenten schrijven liever boetes uit.

De agenten namen de Nederlanders mee naar het politiekantoor voor verder verhoor.

De Bondsdag kreeg uitleg van een geheim agent.

Een goede agent geeft niet alleen advies, maar verleent ook diensten.

In de buurt troffen agenten wel een verdacht persoon aan.

Agenten in burger patrouilleerden in de stationsomgeving en de uitgangsbuurten.

De politie heeft twaalf agenten op de zaak gezet.

De Vlaamse popgroep Clouseau heeft een nieuwe agent.

Werk samen met een goede agent, die het praktische werk voor je opknapt.

De agent vroeg de papieren van de passagiers.

De agenten gaven hem daarvoor een tweede boete.

Via een literair agent kreeg ik uiteindelijk een contract voor drie boeken.

Ondersteund door een arrestatieteam vielen agenten om 20.45 uur binnen.

In de rechtzaal kijken zeven gewapende agenten mee.

Agenten controleerden enkele jongeren in de winkelstraat.

De agenten openden daarop het vuur.

Agenten slaan een jongeman in de boeien tijdens oudejaarsnacht in Manchester.

Corrupte agenten hielden hem de hand boven het hoofd.

Hij zei dat hij werd gevolgd, vermoedelijk door een agent van de inlichtingendienst.

De agenten zetten de achtervolging in en konden hem strikken.

Twee agenten van de Russische veiligheidsdienst FSB bezochten in 2014 de onderzoekers in Moldavië.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben agent als subject?

aanhouden

aantreffen

arresteren

binnenvallen

controleren

denken

doodschieten

doorzoeken

gebruiken

geven

(30 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben agent als object?

aanhouden

aanrijden

aanspreken

aanvallen

aanwerven

bedreigen

bekogelen

beschuldigen

doden

doodschieten

(29 meer)

determinator

substantief

aantal

groep

honderdtal

paar

tientallen

pronomen of numerale

alle

beide

de meeste

elke

enkele

geen

iedere

meer

meerdere

sommige

(2 meer)

bepaling voor "agent"

adjectief, participium of numerale

Amerikaans

Antwerps

Belgisch

Nederlands

Russisch

aanwezig

achtervolgend

allochtoon

ander

anoniem

(38 meer)

bepaling na "agent"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

burger

opleiding

uniform

op:

fiets

motor

straat

van:

dienst

eenheid

inlichtingendienst

korps

oproerpolitie

politie

politiezone

spoorwegpolitie

veiligheidsdienst

wegpolitie

(1 meer)

"agent" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de inzet van agenten

geweld tegen agenten

het optreden van de agenten

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met agent?

ambtenaar

militair

rechercheur

soldaat

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

literair agent

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.