corrigeren

werkwoord

Door een regelmatige controle ervan kunt u eventuele fouten corrigeren.

Het gevolg: geen kans om fouten te corrigeren.

Uiteindelijk moeten de markten zichzelf toch kunnen corrigeren?

De akkoorden zouden maatregelen moeten bevatten om de nadelen te corrigeren.

Amerikaanse experts proberen het simplistische beeld van het land te corrigeren.

Tijdschriften zijn er helemaal niet op ingesteld om fouten te corrigeren.

De makers waren van plan het stereotiepe beeld te corrigeren.

Er valt dus niets te verdoezelen of te corrigeren.

Liposculptuur is niet geschikt om overgewicht te corrigeren.

Individuele rechters kunnen fouten maken maar het systeem moet dit kunnen corrigeren.

Vandaag ondergaat hij een ingreep om zijn gehavende neus te corrigeren.

Hij zou zichzelf moeten corrigeren en dat is nog te veel voor hem.

We kunnen elkaar corrigeren en veel woorden hebben we daar niet voor nodig.

Veel tijd om te testen en te corrigeren was er toen niet meer.

De ouders proberen het gedrag te corrigeren, maar hollen voortdurend achter de feiten aan.

De sfeer is niet heel hartelijk, de vrouwen corrigeren elkaar wanneer dat maar kan.

Een ' hangbuikje ' is dus onder meer te corrigeren door de buikspieren te trainen.

Op een klein puntje moet ik hem evenwel corrigeren.

Een goede start voorkomt dat ze in de bocht moet corrigeren.

Een bril kan het beeld wel enigszins corrigeren, maar kan meestal niet het volledige zicht terugbrengen.

Nee, dat moet ik corrigeren: ik ging vaak motorrijden.

De kandidaat heeft het recht feitelijke onjuistheden te corrigeren.

Ik probeerde te corrigeren en belandde naast het wegdek.

Mensen moeten voor zichzelf opkomen en elkaar waar nodig corrigeren en opvoeden.

Zo kan de een de ander corrigeren.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

man

mens

moeder

onderzoeker

overheid

rechter

vrouw

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aangifte

afwijking

beeld

cijfer

factor

fout

gedrag

gegevens

gen

hond

(14 meer)

pronomen

dat

deze

die

dit

elkaar

haar

hem

hen

het

je

(7 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

achteraf

direct

eenvoudig

goed

handmatig

hard

later

licht

makkelijk

onmiddellijk

(7 meer)

prepositiegroep

voor:

conjunctuur

effect

factor

feit

inflatie

koopkracht

risico

schommeling

seizoensinvloed

verandering

(2 meer)
naar:

inflatie

koopkracht

leeftijd

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met corrigeren?

aanvullen

bijsturen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.