zweren (een eed afleggen)

werkwoord

Er werden dure eden gezworen: dit mocht nooit weer gebeuren.

Ik heb hier een eed gezworen aan de Grondwet.

De professoren hadden de eed van trouw aan die grondwet gezworen.

De ' oudere socialisten ' zwoeren bij emancipatie en neutraliteit bij de overheid.

Zal ze het opheffen als de nieuwe Catalaanse regering trouw aan de grondwet zweert?

Het grootste probleem ligt bij de spoorbonden die blijven zweren bij een eengemaakte structuur.

Sterk is de scène waarin de mannen trouw aan elkaar zweren.

Ik zweer bij cd' s, omdat ik dat leuker vind.

Vanuit het kamp van de regering werd meteen wraak gezworen.

Iets waarvan hij gezworen heeft nooit te zullen doen.

Het kabinet-Rutte zweert bij open grenzen en Europese waarden.

Veel makers zweren nog steeds bij een braaf realisme.

Het huwelijkspaar zweert de eed van trouw en legt daarmee de basis voor een eventueel nageslacht.

Hij zweert bij de optimale schaal van 30.000.

Sinds 1950 zweren sommige mannen bij het model.

Hij zweert bij zijn kern van twintig spelers.

De politiek blijft zweren bij het Zweedse model.

Al decennia lang zweren Republikeinse politici hem trouw.

Iedereen zweert zo bij zijn eigen manier om ongewenst haar te verwijderen.

Op die afdeling zweert men bij het lopende interview, heel merkwaardig.

Al zweren sommigen nog altijd bij zo' n toestel met echte toetsen.

Zelfs mensen die beter zouden moeten weten, blijven er bij zweren.

Haar vriendin moet zweren dat ze de doos nooit zal openmaken.

Nu heeft hij gezworen nooit meer een gevangenisserie te gaan maken.

Een vriendin zweert bij koude douches, om het uur desnoods.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

Amerikaan

dader

groep

land

leider

mens

minister

moeder

politicus

premier

(4 meer)

pronomen

ander

sommigen

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

eed

getrouwheid

trouw

wraak

pronomen

het

indirect object

Aan wie of wat, of voor wie of wat (...) men of wordt (...)?

pronomen

je

u

prepositiegroep

aan:

...

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

plechtig

prepositiegroep

op:

graf

hart

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

bij:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij zweren?

blijven

durven

laten

moeten

zullen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met zweren?

beloven

bijzin ingeleid door

dat

erbij (dat)

te

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.