Onlangs nog een artistieke foto op Instagram of Facebook gedeeld?
Ze wisselen kennis en ervaring, en delen die.
Ik heb altijd in volle openheid mijn kennis gedeeld.
Ze delen informatie soms alleen met hun eigen luchtvaartmaatschappij.
De cel kan zich niet meer delen, veroudert en sterft.
Ze zijn er gelukkig mee en delen dat met hun vrienden.
Wij hopen dat u uw ervaringen met NRC wilt delen.
Onze kennis en ervaring willen wij graag delen met u.
Deze bijzondere ervaring deelde Hennis met haar collega's in de ministerraad.
De wet verbiedt volgens DNB om vertrouwelijke informatie met derden te delen.
Ik deel mijn passie voor muziek met een publiek – meer niet.
Ze deelden hun ervaringen met Human Rights Watch.
Ze deelde die passie met haar haar overleden echtgenoot, acteur Michael Williams.
Blijkbaar delen ze bepaalde informatie met spionnen.
Maar niet alle handelaars delen in de klappen.
Ze zijn continu bezig met te delen wat ze doen.
Minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, deelt in de klappen.
Met de grote verscheidenheid deel je ook het risico.
Het stadsbestuur deelt de mening van het Vlaams Gewest.
Beiden delen een passie voor luchtvaart en technologie.
Ze delen ook een passie voor nieuwe digitale media.
En de administratie zal in de klappen delen.
Zelfs een ei moest hij delen met anderen.
Het toilet moet je delen met twintig anderen.
Ik wil mijn vakantie wel met iemand delen.
subject
Wie of wat (...)?
substantief
object
Wie of wat (...) men of wordt (...)?
substantief
object
pronomen
alles
iets
meer
minder
niets
veel
weinig
zich
bepaling
Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?
adverbium
bepaling
prepositiegroep
internet
social media, sociale media
internet
netwerk
social media, sociale media
web
website
voorzetselobject
Met vaste prepositie (vast voorzetsel)
aantal
getal
twee, tweeën
predicatieve aanvulling
adjectief of adverbium
samen
predicatieve aanvulling
pronomen
allemaal
zelf
predicatieve aanvulling
prepositiegroep of conjunctiegroep
als
met z'n ...
bijzin ingeleid door
hoe
wat
verbum auxiliare of groepsvormend verbum
Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij delen?
blijven
gaan
kunnen
laten
leren
moeten
mogen
willen
en/of
Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met delen?
becommentariëren
liken
in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
de [koek, taart] (met iemand) delen
de punten delen
het bed (met iemand of iets) delen
het is kiezen of delen
in de [klappen, brokken] delen
lief en leed (met iemand) delen
- subject
- object
- verbum finitum
- predicatieve aanvulling
- bepaling
- voorzetselobject
- verbale aanvulling
- 1iemand deelt iets met iemand
- arts
- Ook op congressen delen artsen hun bevindingen met elkaar.
- bank
- Nieuwe wetgeving dwingt banken betaalgegevens van consumenten te delen met bedrijven.
- bedrijf
- Eerder beloofde het bedrijf wel de bevindingen te delen .
- dienst
- Deze laakt hoe geheime diensten internationaal gegevens delen .
- fan
- Fans van Real Madrid deelden de foto massaal op de sociale media.
- gebruiker
- Zuckerberg zag toen met verbazing dat gebruikers van alles met hem deelden .
- gemeente
- De gemeente heeft toegezegd jaarlijks meer informatie over handhavingsacties te delen .
- journalist
- De journalisten hebben hun informatie gedeeld met de Franse geheime dienst.
- land
- Ook zullen de landen informatie en dossiers delen .
- lezer
- Het effect wordt nog versterkt doordat lezers op hun buurt de berichten delen met hun vrienden.
- medewerker
- Onze medewerkers willen hun kennis en ervaring op dit gebied met u delen .
- mens
- Mensen delen graag ideeën en ervaringen met elkaar.
- onderzoeker
- De onderzoekers delen hun bevindingen in The Strange Science of Decay.
- organisatie
- Ook is afgesproken dat allerlei diensten en organisaties hun data gaan delen .
- ouder
- Vaak delen de ouders zelf beelden van hun kroost.
- politie
- De politie deelde op haar beurt informatie over het verloop van het onderzoek in Nederland.
- publiek
- Fijn toch, als enthousiast publiek jouw werk deelt op Instagram?
- vriend
- Op Facebook begon ik het kort geleden te volgen, mijn vrienden deelden foto’s.
- vrouw
- Beide vrouwen deelden hun verhalen met de FBI.
- werknemer
- Extern (toegang tot deskundigen wereldwijd) en intern (laat werknemers hun ervaring en inzichten delen ).
- artikel
- Artikelen met zulke koppen worden meer gedeeld dan stukken met ‘ feitelijker ’ koppen.
- beeld
- Het bedrijf deelt de beelden van de satelliet met de Amerikaanse defensie - en inlichtingengemeenschap.
- bericht
- Het bericht werd massaal gedeeld op Facebook en Twitter.
- bevinding
- De onderzoekers delen hun bevindingen in The Strange Science of Decay.
- data
- In Duitsland mogen Facebook en WhatsApp geen data met elkaar delen .
- ding
- Zij kunnen via de app dingen delen via een scherm in de zaal.
- ervaring
- Dat je je ervaring met niemand hoeft te delen .
- expertise
- Waterland Nederland is verplicht zijn expertise met de wereld te delen .
- film
- Het komische filmpje werd massaal gedeeld op sociale media.
- foto
- De foto werd veel gedeeld op sociale media.
- gedachte
- En ook de analytische Dirk stelt vast dat je je gedachten beter niet deelt .
- gegeven
- De gegevens zijn vervolgens met de VS gedeeld , aldus het kabinet.
- geheim
- Bij meisjes zie je wel dat ze geheimen delen met een vriendin.
- gevoel
- Sommige mannen vinden dat het gewoon niet hoort, gevoelens delen met je zoon.
- herinnering
- Er is in mijn familie nooit iets doorgegeven, herinneringen werden nooit gedeeld .
- idee
- Kinderen tot twaalf jaar krijgen de kans om ideeën te delen in de Lego Club.
- informatie
- Je hebt binnen een seconde de informatie gedeeld .
- inzicht
- De nar gebruikt humor om zijn inzichten te delen .
- kennis
- Ik heb altijd in volle openheid mijn kennis gedeeld .
- moment
- Het meest besproken moment uit de vorige reeks werd op internet massaal gedeeld .
- nieuws
- Het gebruik van WhatsApp om nieuws te delen , is gestegen met 15 procent.
- recept
- Een mooie aanleiding om een recept daarvoor met u te delen .
- stuk
- Het stuk werd veel gedeeld en kreeg bijval.
- verhaal
- Beide vrouwen deelden hun verhalen met de FBI.
- video
- De video wordt sindsdien massaal gedeeld op de sociale media.
- bedrijf
- Nieuwe wetgeving dwingt banken betaalgegevens van consumenten te delen met bedrijven .
- buitenwereld
- Evaluaties worden ook niet met de buitenwereld gedeeld .
- derden
- De wet verbiedt volgens DNB om vertrouwelijke informatie met derden te delen .
- dienst
- De journalisten hebben hun informatie gedeeld met de Franse geheime dienst .
- klant
- Het is uniek als je zo'n ongelooflijke ervaring met je klanten kunt delen .
- lezer
- Die verbondenheid wil zij ook delen met haar lezer .
- NSA
- Die info delen de Britten met de NSA .
- overheid
- We hebben dat sentiment zo goed mogelijk gedeeld met onze overheden .
- visie
- Ze willen ook en vooral dat die visie met hen wordt gedeeld .
- vriend
- Ook hier worden foto’s gemaakt en op Facebook gedeeld met vrienden .
- VS
- Sinds 2006 deelt Nederland ook intensief telecommunicatie met de VS .
- wereld
- Waterland Nederland is verplicht zijn expertise met de wereld te delen .
iemand maakt anderen deelgenoot van zijn informatie, kennis of ervaring- Hij deelde een foto uit zijn tienerjaren op Instagram .
- (meer voorbeelden)
- 2iemand deelt iets met iemand
- bewoner
- En in dit wooncomplex delen de bewoners een wasmachine.
- collega
- Of ze schaffen de vaste werkplek af en laten collega's bureaus delen .
- fietser
- Zo zijn er veel plaatsen waar fietsers hun rijstrook met voetgangers moeten delen .
- gezin
- Het gezin met drie kinderen moest het ouderlijk huis delen met Ierse huurders.
- kind
- Beide kinderen delen dan zowel de vruchtzak als de placenta met elkaar.
- aandacht
- De aandacht van Dolf moesten we voortaan delen .
- aansprakelijkheid
- Lidstaten willen nu de aansprakelijkheid niet delen .
- affiche
- Hij deelt de affiche met een batterij gedegen acteurs.
- appartement
- Beide meisjes studeerden aan de Universiteit van Perugia en deelden er een appartement .
- auto
- We moeten auto's delen , want de wegen zitten vol.
- bed
- Moeder Ronica deelt het bed met twee kinderen.
- cel
- De twee deelden een cel in de psychiatrische vleugel.
- gebouw
- Een common ground op zich, aangezien de bureaus al dertig jaar hetzelfde gebouw delen .
- grens
- Rusland deelt een grens met Noord-Korea.
- huis
- Ze delen hun huis met velen, werken 's nachts, zijn kwetsbaar.
- kamer
- Je deelt de kamer met 1 of 2 medestudenten.
- koppositie
- Hij deelt de koppositie in de elitegroep met Caruana.
- Hij deelt de koppositie in de elitegroep met Caruana.
- kosten
- Zo worden de kosten gedeeld en dus in de gaten gehouden.
- leiding
- In groep E delen twee landen de leiding met Engeland.
- leven
- De man met wie ze nu haar leven deelt , reist ook veel.
- macht
- Politieke macht moet gedeeld worden met het volk.
- moment
- Dat is het kampvuuridee: met zijn allen één moment delen .
- risico
- Met de grote verscheidenheid deel je ook het risico .
- taxi
- Het kan zijn dat u de taxi moet delen met medepassagiers.
- vakantie
- Ik wil mijn vakantie wel met iemand delen .
- verantwoordelijkheid
- Weet je, met ons vier delen we altijd de verantwoordelijkheid .
- verdriet
- We hebben elkaar omarmd en het verdriet gedeeld .
- vreugde
- Kogeldans : „ Je moet niet alleen vreugde met kinderen delen .
- wagen
- De bedoeling is dat ook inwoners onderling hun wagen delen .
- woning
- Hij deelt de woning met andere gescheiden ouders.
- anderen
- Het toilet moet je delen met twintig anderen .
- buur
- De hoofdprijs – 11,2 miljoen – deelde hij met zeven buren .
- gebruiker
- Maar u moet het netwerk wel delen met andere gebruikers .
- gezin
- De woonkamers en keukens worden gedeeld met drie andere gezinnen .
- kind
- Moeder Ronica deelt het bed met twee kinderen .
- mens
- De schaarse openbare ruimte wordt met steeds meer mensen gedeeld .
- zus
- Hij deelt er een kamer met zijn drie jongere zusjes .
iemand heeft, gebruikt of beleeft iets samen met iemand- De keuken en de badkamer deelt u met uw medestudenten .
- (meer voorbeelden)
- 3iemand deelt {mening, opvatting, passie, ...} met iemand
- analyse
- Wij kunnen ons voorstellen dat de lijsttrekkerskandidaten onze analyse niet delen .
- conclusie
- De FBI deelt die conclusie van de CIA niet.
- ding
- Groot voordeel zou zijn dat hij sowieso bepaalde dingen met me deelt .
- droom
- Allen lijken ze eenzelfde droom te delen : een prinses zijn .
- enthousiasme
- Toegegeven: nog weinig mensen delen mijn enthousiasme .
- fascinatie
- Met Herrmann deelt Beal een fascinatie voor de Europese klassieke traditie.
- gedachte
- Deze gedachte wordt niet door iedereen gedeeld : „ Wederopbouw is voor Rotterdammers helemaal verweven met hun identiteit."
- geloof
- Het enige geloof dat we deelden was dat in een betere wereld.
- geschiedenis
- Met een broer of zus deelt men zijn vroege geschiedenis .
- gevoel
- Wie dat gevoelen niet deelt , mist iets.
- idee
- De jongsten praten ons natuurlijk klakkeloos na, maar ook de oudste deelt onze ideeën .
- interesse
- Zij deelde zijn interesse in spiritualiteit, waarin ik niet mee kon gaan.
- kritiek
- Opvallend is dat vrijwel iedereen de kritiek van Crombez deelt .
- liefde
- Mijn man en ik delen de liefde voor Duyster-muziek.
- lot
- Hij deelt dat lot met moeder van twee Katie.
- manier
- We delen dezelfde manier van kijken.
- mening
- Maar een meerderheid in het Europees Parlement deelt die mening niet.
- obsessie
- Met de Britten delen de Nederlanders een obsessie voor vrijhandel .
- optimisme
- Pijnlijk voor Rutte, zijn optimisme wordt niet gedeeld .
- opvatting
- Maar niet iedereen in de familie deelt hun opvatting .
- overtuiging
- We delen deze overtuiging : bij het levenseinde past geen versluierende taal.
- passie
- Mensen die, zoals dat heet, een passie delen .
- standpunt
- Wij delen dit standpunt niet; het is te ongenuanceerd.
- verleden
- We delen geen verleden , maar bouwen samen een toekomst.
- visie
- Wij willen samenwerken met iedereen die onze visie deelt .
- waarde
- Internationaal zullen we de banden aanhalen met iedereen die onze waarden deelt .
- zorg
- Door vele ex-telers die haar zorgen delen en met haar meedenken.
iemand heeft dezelfde {mening, opvatting, passie ...} (als iemand)- Het stadsbestuur deelt de mening van het Vlaams Gewest .
- (meer voorbeelden)
- 4iemand deelt iets met iemand
- geld
- Natuurlijk willen die bedrijven dat geld niet delen .
- inkomsten
- De inkomsten deelt ze met „ haar vriend”.
- opbrengst
- Ook al houdt dit in dat de hernieuwbare-energieproducent de opbrengsten zal moeten delen met deze partner.
- procent
- Leaflad wil 20 procent van de inkomsten delen met de gebruikers.
- rijkdom
- Nu maakt hij veel reizen en deelt hij zijn rijkdom met anderen.
- voedsel
- Ook mensen delen verrassend vaak voedsel met vreemden.
- welvaart
- De welvaart moet eerlijk gedeeld worden met iedereen ter wereld en met toekomstige generaties.
- winst
- Als fabriekseigenaar zullen ze hun winst met minder medewerkers moeten delen .
iemand geeft iemand een deel van iets- Ook mensen delen verrassend vaak voedsel met vreemden .
- (meer voorbeelden)
- 5iemand deelt {een getal, een bedrag, ...} door zoveel of dat aantal
- aantal
- Het totaal aantal geldige stemmen wordt gedeeld door het totaal aantal zetels.
- bedrag
- Oké , we delen dit bedrag op het bierviltje door twee : 1,06 miljard euro extra .
- getal
- Want : een oneven getal kun je niet delen door een even getal .
- aantal
- Het totaal aantal geldige stemmen wordt gedeeld door het totaal aantal zetels .
- twee
- Oké , we delen dit bedrag op het bierviltje door twee : 1,06 miljard euro extra .
iemand splitst een getal of bedrag (in zo veel delen of dat aantal)- Dit getal deelt u door 3; de uitkomst is de afstand in kilometers .
- (meer voorbeelden)
- 6iets of iemand deelt zich of zichzelf in {twee, tweeën}
- bacterie
- De bacterie deelt zich heel langzaam , eens in de twee weken .
- beweging
- Na Marx deelde de socialistische beweging zich in twee hoofdrichtingen .
- cel
- Cellen beginnen zich te delen en hun aantal neemt snel toe .
- mens
- Klonen staat nu eenmaal nog niet zo ver dat een mens zich in twee kan delen .
- Nederland
- Nederland dreigt zichzelf sociaal en cultureel in tweeën te delen .
iets of iemand splitst zich in tweeën- Een bacterie vermenigvuldigt zichzelf door zich in tweeën te delen .
- (meer voorbeelden)
- 7iemand deelt in iets
- kosten
- Er wordt ook gekeken naar de gemeenten om in de kosten te delen .
- malaise
- Maar ook de premier zelf deelt in de malaise .
- opbrengst
- Als blijkt dat de betrokkenen kunnen delen in de opbrengst , zullen zij hun standpunt snel bijstellen .
- passie
- Ik wil alleen maar dat mensen delen in mijn passies en gedachten .
- succes
- Omdat je deelt in het succes van het bedrijf , ben je ook een extra loyale werknemer .
- welvaart
- Westerse gezinnen adopteerden kinderen uit ontwikkelingslanden uit idealisme , om hen te laten delen in onze snel groeiende welvaart .
- winst
- De burger moet kunnen delen in de winst , vond hij .
iemand krijgt een deel van iets of neemt deel aan iets- Werknemers mochten ook delen in de winst .
- (meer voorbeelden)
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? Het gaat hier om zogenaamde semantische of logische subjecten bij het hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In Woordcombinaties geven we de zogenaamde semantische of logische objecten bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? In de relatie 'subject bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische subject bij een hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In de relatie 'object bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische object bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: meewerkend voorwerp, e.d. Wie of wat is als ontvanger, belanghebbende of ondervinder betrokken bij de handeling of werking van het verbum? Er kunnen verschillende types indirect object
onderscheiden worden (zie Indirect object (taaladvies.net)
Deze zijn niet altijd gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
Nederlandse term: voorzetselvoorwerp. Het voorzetselobject of voorzetselvoorwerp is een aanvulling bij een verbum met een vaste prepositie. Adverbiale bepalingen kunnen ook ingeleid worden door een prepositie, maar in bepalingen zijn de preposities variabeler. Vergelijk:
hij wacht op zijn broer (voorzetselobject)
vs.
hij wacht op het perron, in de kamer, bij de ingang (bepaling van plaats)
Zegt iets over het subject of object in combinatie met het verbum. In de Nederlandse grammatica’s onderscheidt men een aantal zinsdelen die iets over het subject of object zeggen, met name het naamwoordelijk deel van het gezegde of predicaatsnomen bij copulae (koppelwerkwoorden) en de bepaling van gesteldheid bij zelfstandige verba. Voorbeelden:
hij is moe (naamwoordelijk deel van het gezegde)
het viel me zwaar (naamwoordelijk deel van het gezegde)
ik vind hem een schat (bepaling van gesteldheid)
hij werkt daar als portier (bepaling van gesteldheid)
Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee, ….?
Bijwoordelijke bepalingen kunnen in de zin vaak, maar niet altijd weggelaten worden. Vergelijk:
ze leest een boek in bed (weglaatbare of optionele bepaling)
vs.
ze woont in Brussel (niet-weglaatbare of niet-optionele bepaling)
Niet-optionele bepalingen worden ook wel complementen genoemd. Voor subtypes naar betekenis (bv. plaats, richting, …) zie: ANS | 20.10 Bijwoordelijke bepalingen (ivdnt.org). De subtypes worden hier in de regel niet onderscheiden, maar waar dat wel nodig is voor de overzichtelijkheid en het gebruiksgemak, doen we dat wel.
Zinsdelen kunnen niet alleen woorden of woordgroepen zijn, maar ook bijzinnen of beknopte bijzinnen (bijzinnen zonder subject en verbum finitum).
Voorbeelden:
ik accepteer dat het zo is (bijzin)
hij vroeg of we kwamen (bijzin)
ik weet wie het gedaan heeft (bijzin)
hij vroeg ons om te komen (beknopte bijzin)
hij probeerde te vluchten (beknopte bijzin)
Sommige verba worden vaker met (beknopte) bijzinnen gecombineerd dan andere.
Ook substantieven kunnen een (beknopte) bijzin als bepaling hebben:
een kind om te zoenen (beknopte bijzin)
De (beknopte) bijzinnen kunnen verschillende syntactische functies in een zin of zinsdeel vervullen (subject, object, bepaling, enz.). In ik accepteer dat het zo is, bijvoorbeeld, is dat het zo is een objectszin. Voor het maken van combinaties, is de functie hier minder van belang. Belangrijker is de juiste keuze van het inleidende woord (dat, of, om enz. ). Voor het gebruiksgemak geven we in deze rubriek daarom een overzicht per inleidend woord.
Nederlandse term: hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord. Een verbum auxiliare of hulpwerkwoord ‘helpt’ het hoofdwerkwoord in zinnen met meer dan een verbum. Het wordt onder andere gebruikt voor het uitdrukken van tijd, modaliteit (hoe ziet de spreker de verhouding tussen de mededeling en de werkelijkheid?), passief en causaliteit (het doen plaatsvinden van een handeling of werking). Behalve de verba die traditioneel tot de verba auxiliare gerekend worden, zijn er nog andere groepsvormende werkwoorden die een verbinding met het hoofdverbum aangaan, bijvoorbeeld proberen, vallen, beginnen. Zie ANS | 18.5.1.1 Groepsvorming bij werkwoorden (ivdnt.org) Voorbeelden:
verba auxiliare:
ik heb mij vergist (tijd)
hij is gekomen (tijd)
de patiënt is/wordt behandeld door de arts (passief)
je moet dat accepteren (modaliteit)
ik kan dat niet accepteren (modaliteit)
ik laat mijn huis schilderen (causaliteit)
de zon doet de temperatuur stijgen (causaliteit)
andere groepsvormende verba:
hij probeert te komen
dat valt te bezien
het begint te regenen
Alle verba kunnen vervoegd worden en veel verba kunnen gepassiveerd worden. De verba auxiliari van tijd worden getoond als u klikt op ‘vormen’. Hier vermelden we alleen de overige verba auxiliari en groepsvormende verba die opvallend vaak bij bepaalde verba voorkomen, bv. kunnen, moeten + accepteren.
Nederlandse term:
zelfstandig naamwoord
Nederlandse term: voornaamwoord
Nederlandse term: voorzetselgroep
voorbeeld
in + stad kamer …
op + platteland station
Nederlandse term: bijwoord
Nederlandse term: bijvoeglijk naamwoord
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Determinatoren zijn o.a. lidwoorden (de, het, een) en woorden die een hoeveelheid uitdrukken (veel, wat, enkele). De lidwoorden worden gegeven bij de woordvormen naast het trefwoord. In deze lijst met determinatoren staan de overige determinatoren.
Nederlandse termen: voornaamwoord of telwoord
Nederlandse term: telwoord
woordgroep met een prepositie (voorzetsel) of conjunctie (voegwoord). Een conjunctiegroep is bv. een woordgroep ingeleid door als of zoals in vergelijkingen (werken als een paard, een waarheid als een koe).
Nederlandse termen: voorzetsel of voegwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord, deelwoord of telwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. Adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) kunnen ook als bijwoordelijke bepaling bij een werkwoord gebruikt worden. We spreken dan van een [adverbiaal of bijwoordelijk gebruikt adjectief](https://e-ans.ivdnt.org/topics/pid/ans0802lingtopic.
Specificeert het trefwoord nader.
Specificeert het trefwoord nader.
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe