voertuig

substantief

Het voertuig reed niet te snel, maar juist te langzaam.

Meerdere voertuigen werden geraakt.

Heel wat voertuigen in de garage liepen schade op.

Wat rijden er veel verschillende voertuigen rond op het platteland.

Tussen de gebouwen spoeden zich kleine voertuigen.

De bestuurder van het voertuig is gearresteerd.

Zijn voertuig met ongeldig Brits kenteken werd in beslag genomen.

Het voertuig botste tegen een boom.

Af en toe komt er ook eens een gemotoriseerd voertuig langs.

Het is niet duidelijk of het voertuig gestolen werd.

En dus zet de stad volop in op elektrische voertuigen.

De schade kan oplopen tot duizenden euro's per voertuig, klinkt het.

De eigenaar van het voertuig bevestigde dat er niets gestolen was.

Het is niet duidelijk of het voertuig gestolen werd.

De bedoeling is het aantal onverzekerde voertuigen terug te dringen.

Daarna vlogen meerdere voertuigen in brand.

De takelwagen is gebouwd op het afvoeren van zware voertuigen.

Met zijn allen poseren ze voor het voertuig.

De man had blijkbaar een geparkeerd voertuig aangereden.

Het gaat om drie voertuigen van Franse merken.

Er wordt ook gezocht naar sporen op het voertuig.

Hij moet altijd de controle over het voertuig bewaren.

Verdachte voertuigen en personen zullen intensiever worden gecontroleerd.

Het voertuig raakte de hoge zijberm en sloeg over de kop.

Vroeger aarzelden de stropers niet om hun voertuig ter plaatse te parkeren.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben voertuig als subject?

belanden

beschikken over

betrokken zijn bij

botsen

in brand vliegen

kantelen

passeren

raken

rijden

rondrijden

(9 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben voertuig als object?

aankopen

aantreffen

beschadigen

besturen

bouwen

controleren

doorzoeken

flitsen

gebruiken

in beslag nemen

(23 meer)

determinator

substantief

aantal

soort

type

pronomen of numerale

alle

beide

de meeste

elk

enkele

geen

meer

meerdere

minder

veel

bepaling voor "voertuig"

adjectief, participium of numerale

afgedankt

ander

anoniem

autonoom

betrokken

brandend

eigen

elektrisch

gemotoriseerd

gepantserd

(18 meer)

bepaling na "voertuig"

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

dader

hulpdienst

merk

politie

met:

kenteken

nummerplaat

op:

benzine

diesel

bijzin ingeleid door

waarin

waarmee

waarvan

"voertuig" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

als

bij

door

in

met

naar

naast

onder

op

per

(6 meer)

"voertuig" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

aanslagen met voertuigen

de bestuurder van het voertuig

de controle over het voertuig

de eigenaar van het voertuig

diefstallen uit voertuigen

inbraken in voertuigen

uitstoot van voertuigen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met voertuig?

persoon

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.