beletten

werkwoord

Men zal ons toch niet beletten onderling informatie uit te wisselen?

Je kan natuurlijk niet beletten dat partijen zich laten vertegenwoordigen.

Niets belet parlementsleden om hun werk te doen, toch?

Wat hem niet belette om regelmatig weg te lopen.

Iedereen die hem dat probeert te beletten loopt gevaar.

Niets belet hen om voor iemand anders te gaan.

Wat niet belet dat de vakbonden zich ongerust maken.

Wat belet de werkgever expliciete regels te stellen?

De politie belet hen om verder te reizen.

Wat niet belette dat hij een vergelijking maakte.

Wat ons niet moet beletten om te dromen.

Wat niet belet dat er ouders zijn die naast een plekje grijpen.

Niets belet de burger om ongekleed de straat op te gaan.

Scholen klagen dat het hen belet een degelijk personeelsbeleid te voeren.

De brandweer kon niet beletten dat het hele pand uitbrandde.

Nogal wat spaarders willen zo beletten dat ze roerende voorheffing moeten betalen.

De vraag is alleen of hun overtuiging hen belet om objectief te oordelen.

Ik bedoel, niets belet dat je zegt wat je te zeggen hebt.

Je moet dit verwerken en het mag ons niet beletten voort te leven.

Meestal is het hun opgeblazen ego dat hen belet de werkelijkheid te zien.

Niets belet bedrijven of drukkingsgroepen om zelf aan verkiezingscommunicatie te doen.

Te veel verharding belet dat water doordringt in de bodem.

De laatste jaren probeerden de activisten de Japanners te beletten walvissen te vangen.

De brandweer kon niet beletten dat de chalet volledig in vlammen opging.

De dichtgevroren ijszee belet hem naar huis te gaan.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bewoner

land

overheid

politie

regering

schaamte

wet

pronomen

niemand

niets

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

doorgang

scoren

stemmen

terugkeer

toegang

indirect object

Aan wie of wat, of voor wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

bedrijf

mens

migrant

minister

politicus

terrorist

vluchteling

pronomen

ander

haar

hem

hen

het

hun

iemand

je

me

mij

(3 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

niet

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij beletten?

hoeven

kunnen

moeten

mogen

proberen

willen

bijzin ingeleid door

(om) te

dat

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.