omschrijven

werkwoord
(vaak in het passief)

Buurtbewoners omschrijven hem als een vriendelijke man.

Er bestaan diverse definities die omschrijven wat een component is.

Het project kan het best omschreven worden als een soort pre-stage.

Hij wordt omschreven als de architect van het toekomstige Amerikaanse leger.

Onlangs omschreef hij zich op televisie als ' scenarioschrijver '.

De taak van de voorzitter wordt als een organisatorische job omschreven.

Zelf omschrijft hij die als fantasierijk en kinderlijk.

Heel nuchter, zo omschrijft ze zichzelf.

Franstalige journalisten omschrijven hem als een van de beste advocaten van het land.

Mensen die hem ontmoet hebben, omschrijven hem als een overtuigd flamingant.

Werken bij het spoor omschrijft hij als veelbelovend.

Hij omschrijft het als een vorm van juridisch kolonialisme.

Zelfs een zakje chips wordt als een gezonde lunch omschreven.

De initiatiefnemers omschrijven zichzelf als een recente stroming in de actuele kunst.

Hij omschreef het als een eerste stap om de oliemarkt te stabiliseren.

De middeleeuwse kathedralen worden wel omschreven als een gebed in licht en steen.

Hij omschrijft het als een pitabroodje gevuld met vlees, groenten en saus.

Bekenden omschrijven hem als rustig en aimabel, charmant zelfs.

Zo omschrijft hij het stamboekbeleid als het gaat om het terugdringen van inteelt.

Hij praat lucide over wat hij zelf als zijn 'merkwaardige hobby' omschrijft.

Zij omschrijven dit als 'echter dan echt', wetenschappers beschouwen het als hallucinaties.

Die ontwerpers omschrijven zichzelf trouwens heel graag als 'artiesten', niet als techies.

Ze wordt omschreven als een ambitieuze onderzoeker, die al snel haar eigen weg ging.

Ze wordt min of meer routineus omschreven als de grootste filmactrice van haar generatie.

Zijn eigen jeugd, op de boerderij van zijn grootouders, omschrijft hij als idyllisch.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

aanklager

artikel

arts

bekende

definitie

grondwet

historicus

journalist

jury

krant

(10 meer)

pronomen

iemand

sommigen

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aanpak

begrip

doel

ervaring

functie

gebeurtenis

gedrag

gevoel

maatregel

moment

(10 meer)

pronomen

dat

die

dit

haar

hem

hen

het

jezelf

u

ze

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

duidelijk

exact

goed

helder

moeilijk

mooi

nader

nauwkeurig

precies

steevast

(2 meer)

prepositiegroep

in:

...

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

als:

...

bijzin ingeleid door

hoe

wat

welk

wie

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij omschrijven?

kunnen

laten

moeten

proberen

vallen

willen

zijn

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.