contract

substantief
  • Toon:

Zijn contract loopt maandag af en werd niet verlengd.

Wil je baas je maar geen vast contract aanbieden?

Het nieuwe contract ging in 2013 in.

Hij kan er een contract voor vijf jaar ondertekenen.

Gepensioneerden worden niet vervangen, tijdelijke contracten worden beëindigd.

Op 31 juli eindigt het contract van de winkel in Gent.

Meer nog, tussen burgers en de regering bestaat een soort sociaal contract dat je moet naleven.

Maar een vast contract zit er niet in.

Zijn contract laat het hem niet toe.

Mensen met een flexibel contract willen ook zekerheid.

Wie een tafel reserveert, gaat een contract aan met het restaurant.

Bosz stond de afgelopen drie jaar onder contract bij Heracles.

De hoop is, om met velen tegelijk, een veel voordeliger contract in de wacht te slepen.

Deze zomer zou ze een vast contract krijgen.

Alle bestaande contracten zullen worden nagekomen, alle opgestarte procedures gaan gewoon voort.

De ex-premier wil dat zijn contract nageleefd wordt.

Lees het contract ook goed na op andere, administratieve kosten en commissies.

Vanaf deze maand mogen huizenkopers standaard het contract ontbinden als er bij een bouwkundige keuring (kostbare) gebreken blijken.

Een verhuurder kan bij een conflict in geen geval een contract vroegtijdig en eenzijdig opzeggen.

Wie hier een woning krijgt, tekent een contract voor twee jaar.

Daarbij zou een dertigtal halftijdse contracten worden vervangen door uitzendcontracten.

Tot nu toe heb ik altijd kortlopende contracten gehad, vaak via een uitzendbureau.

Er zijn nu eenmaal langlopende contracten tussen overheid en instellingen.

Op dit moment heeft hij voor komend seizoen maar achttien renners onder contract.

Zet in de overeenkomst in ieder geval de einddatum van het contract, tot wanneer je aan het werk blijft en hoe hoog de vergoeding is.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben contract als subject?

aflopen

bepalen

bestaan

betekenen

bevatten

bieden

doorlopen

duren

eindigen

erin zitten

(11 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben contract als object?

aanbieden

aangaan

aanpassen

afdwingen

afkopen

afsluiten

annuleren

bekijken

beloven

bemachtigen

(60 meer)

determinator

substantief

aantal

reeks

soort

type

pronomen of numerale

alle

de meeste

dergelijke

diverse

een dergelijk

elk

enkele

geen

geen enkel

meer

(4 meer)

bepaling voor "contract"

adjectief, participium of numerale

3-jarig

aangepast

afgesloten

aflopend

ander

belangrijk

bestaand

bindend

collectief

commercieel

(64 meer)

bepaling na "contract"

prepositiegroep of conjunctiegroep

bij:

bank

bedrijf

club

ploeg

werkgever

met:

aannemer

bedrijf

gemeente

leverancier

overheid

verzekeraar

tot:

eind [...]

einde [...]

medio [...]

midden [...]

tussen:

bedrijf

individu

partij

van:

bepaalde duur

jaar

onbepaalde duur

seizoen

voor:

bepaalde tijd

bouw

duur

jaar

levering

onbepaalde tijd

periode

seizoen

"contract" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de duur van het contract

de einddatum van het contract

de inhoud van het contract

de looptijd van het contract

de ondertekening van het contract

de optie in het contract

de verlenging van het contract

de voorwaarden van het contract

een clausule in het contract

het einde van het contract

(6 meer)

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

institutioneel contract

sociaal contract

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.