achten

werkwoord
  • Toon:
(vaak in het passief)

De rechtbank acht de feiten niet voldoende bewezen.

Vijf jaar geleden had niemand dat voor mogelijk geacht.

De nationale ombudsman achtte de klacht gegrond.

Zij worden geacht het land te verlaten, wat niet altijd gebeurt.

De netwerkcoördinatoren worden geacht hieraan deel te nemen.

Internationale oplossingen worden daarvoor niet haalbaar geacht.

Maar hij werd niet verantwoordelijk geacht voor het politiegeweld.

Zij acht het niet haar primaire taak om zelf een infrastructuur te realiseren.

De klant wordt geacht zijn gebruik binnen de perken te houden.

Ook in België worden wij geacht ons te houden aan de geldende toegangsregels.

De regering acht het van groot belang dat zo veel mogelijk kiezers van hun stemrecht gebruikmaken.

De politie acht het mogelijk dat ze geen gordel droegen.

Minder belangrijk acht ik de kwaliteit van de beelden.

De Koningin achtte dit een van de meest hoopvolle ontwikkelingen van onze tijd.

De rechter acht de feiten bewezen, maar geeft de man geen straf.

Een dergelijk materiaal achten wij niet voor zitmeubelen geschikt.

Voor de vier grote steden acht men dit niet haalbaar.

Een soort verkorte toets acht de commissie zeer ongewenst.

Elk lid wordt geacht actief te zijn en de vlam te dragen.

In verband hiermee wordt de mogelijkheid tot verlaging van het tarief voor artiesten niet nodig geacht.

Vanuit dit oogpunt acht ik het gerechtvaardigd het regime voor beleggingsinstellingen in die gevallen niet toe te passen.

Na talloze informele gesprekken de voorbije tien jaar, achtte hij de tijd rijp om zijn bevindingen te bundelen.

Krijgt u een schadevergoeding, dan wordt u geacht die integraal te gebruiken om het monument te herstellen.

Exposanten worden geacht van dit reglement kennis te hebben genomen en verbinden er zich toe de voorschriften ervan na te leven.

Zij acht het aanbevelenswaardig een dergelijk initiatief periodiek te herhalen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

analist

commissie

expert

gerechtshof

hof

kabinet

mens

minister

ombudsman

onderzoeker

(6 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aanwezigheid

belang

beroep

bewijs

burger

feit

gedraging

kans

kind

klacht

(15 meer)

pronomen

haar

hem

het

zich

zichzelf

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

aannemelijk

aansprakelijk

aanvaardbaar

aanwezig

acceptabel

behoorlijk

bekwaam

belangrijk

betrouwbaar

bevoegd

(78 meer)

substantief

plicht

taak

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

belang

betekenis

levensbelang

toepassing

waarde

in:

belang

overeenstemming

strijd

voordeel

  • subject
  • object
  • verbum finitum
  • predicatieve aanvulling
  • voorlopig object
  • verbale aanvulling
  • 1
    iemand acht iets of iemand zodanig of iets
    • aanklager
      • De aanklager achtte de slechte bedoelingen van de soldaat evenwel bewezen.
    • bedrijf
      • Door deze twee afwaarderingen van samen 300 miljoen euro acht het bedrijf een aandelenemissie van 500 miljoen euro nodig.
    • bestuur
      • Het bestuur acht de kans dat die partij de kiesdrempel haalt, nihil.
    • burgemeester
      • Hoe groot acht de burgemeester de kans?
    • commissie
      • De commissie acht dit „ afkeurenswaardig”, maar geen fraude.
    • criticus
      • Critici achten de schade die hij het land heeft toegebracht groot.
    • directeur
      • Directeur Walter D'Hoore acht de eindtermen noodzakelijk.
    • expert
      • Experts achten de huidige situatie veel gevaarlijker dan in de Koude Oorlog.
    • gemeente
      • Culturele instellingen kunnen tot 1 oktober inschrijven op de plekken die de gemeente noodzakelijk acht .
    • gerechtshof
      • Verrassend, omdat het Haagse gerechtshof veel minder feiten bewezen acht dan de Rotterdamse rechtbank.
    • hof
      • Als het hof hem schuldig acht , gaat het proces nog jaren verder.
    • jury
      • De jury acht Ulbricht schuldig aan illegale drugshandel, witwassen en hacken.
    • justitie
      • Kennelijk acht de Zwitserse justitie uitlevering kansrijk.
    • kabinet
      • Het kabinet acht een locatie bij Schiphol geschikt.
    • mens
      • Mensen zijn, of achten zich, beter geïnformeerd nu de informatievoorziening ruimer is.
    • minister
      • De minister acht de tijd nu rijp om alles af te sluiten.
    • officier
      • Ook achten de officieren de kans op herhaling groot.
    • ombudsman
      • De Nationale ombudsman achtte de klacht gegrond.
    • onderzoeker
      • Maar de onderzoekers achten het onwaarschijnlijk dat het een afbeelding van Anna is.
    • overheid
      • De overheid acht het aantal bedrijven met aanpassingen te gering in aantal om deze mee te nemen in de berekeningen.
    • partij
      • Wellicht achten de partijen het ook niet meer nodig.
    • politie
      • Tot nu toe zijn er geen beelden gevonden die de politie geschikt acht om vrij te geven.
    • president
      • Maar de Zwitserse president acht die kans klein, omdat de partij een groot risico loopt dit keer in het zand te bijten.
    • procent
      • Slechts 13,1 procent achtte hem schuldig aan de ten laste gelegde meervoudige moord.
    • raad
      • De raad acht die feiten ' buitengewoon ernstig en onduldbaar '.
    • rechtbank
      • De rechtbank acht de feiten niet voldoende bewezen.
    • rechter
      • Een federale rechter acht de politicus schuldig aan corruptie en witwassen.
    • regering
      • Acht de regering dit wenselijk?
    • staat
      • Maar voor de rest acht de staat zich er niet verantwoordelijk voor.
    • strafrechter
      • Hoewel de Antwerpse strafrechter de feiten bewezen achtte , sprak hij een straf met uitstel uit.
    • waarnemer
      • Waarnemers achten daarom een clash onvermijdelijk.
    • wetgever
      • Als uitvloeisel van een uitvoerige discussie over de taakopdracht acht de wetgever een brede taakopdracht en programmering noodzakelijk.
      • feit
        • De rechtbank acht de feiten niet voldoende bewezen.
      • kans
        • Hij acht de kans klein dat het nu lukt.
      • klacht
        • De rechtbank achtte de klacht ongegrond.
      • leven
        • Hij vluchtte naar Kairo omdat hij zijn leven in Syrië niet zeker achtte .
      • maatregel
        • Maatregelen worden noodzakelijk geacht ter compensatie van het verlies aan ruimtelijke kwaliteit.
      • man
        • De rechtbank in Leeuwarden acht de man schuldig aan mensenhandel.
      • mens
        • Door zich aan die conventie te houden wordt een mens verstandig geacht en gerespecteerd.
      • moment
        • Bart Schols achtte het moment rijp om wat duidelijkheid te scheppen.
      • risico
        • Het risico op ' besmetting ' wordt te groot geacht .
      • tijd
        • De premier acht de tijd rijp, hij droomt openlijk van een akkoord.
      • vrouw
        • Vrouwen worden in bijna alle sectoren minder waard geacht dan mannen, zei ze.
      • aannemelijk
        • Wordt het misbruik voldoende aannemelijk geacht , dan zal de rechter dat verbod ook opleggen.
      • aanvaardbaar
        • Zelfs kernbommen worden aanvaardbaar geacht om de epidemie in te dijken.
      • aanwezig
        • De kans dat er meer geweld zal plaatsvinden acht de driehoek „ aanwezig ”.
      • belangrijk
        • Minder belangrijk acht ik de kwaliteit van de beelden.
      • betrouwbaar
        • Het OM acht Fleur „ onvoldoende betrouwbaar ”.
      • bevoegd
        • België acht zich voor hen dus niet bevoegd om hun asielaanvraag te behandelen.
      • gering
        • Maar ik acht de kans gering dat dat gebeurt.
      • geschikt
        • Het kabinet acht een locatie bij Schiphol geschikt .
      • gevaarlijk
        • Als een tbs’er niet meer gevaarlijk wordt geacht , mag hij terugkeren.
      • goed
        • Maar Standard liet hem niet gaan omdat het de voorgestelde vervanger niet goed genoeg achtte .
      • groot
        • Persoonlijk acht ik de kans groot dat hij er gewoon is.
      • haalbaar
        • De Belgische wielerbond acht dat voorstel praktisch moeilijk haalbaar .
      • hoog
        • Wie de kunst hoog acht , ontfermt zich over de kunstenaars.
      • in staat
        • Hij wordt in staat geacht de liefde voor het jodendom over te brengen.
      • in strijd
        • De telecomoperator acht die in strijd met de zogenaamde machtigingsrichtlijn.
      • kansloos
        • We werden kansloos geacht , maar haalden het toch binnen.
      • kansrijk
        • Kennelijk acht de Zwitserse justitie uitlevering kansrijk .
      • klaar
        • De kapitein kwam matchritme tekort, maar achtte zich niettemin klaar voor de dienst.
      • klein
        • Hij acht de kans klein dat het nu lukt.
      • nodig
        • U schrijft letterlijk dat u dat niet nodig acht .
      • noodzakelijk
        • De raad acht derhalve geen bijzondere maatregelen noodzakelijk .
      • nuttig
        • Fasering acht de raad nuttig .
      • ondenkbaar
        • Er is een tijd geweest dat die verhouding ondenkbaar werd geacht .
      • ongeschikt
        • Obama verbergt niet dat hij hem totaal ongeschikt acht voor het hoogste ambt.
      • ongewenst
        • Dit achtte de regering ongewenst .
      • onmogelijk
        • Maar het is toch beter om het ondenkbare niet onmogelijk te achten .
      • opportuun
        • Vermaelen achtte het evenwel niet opportuun .
      • plicht
        • Persoonlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid achtte Mankell de plicht van schrijvers en intellectuelen.
      • raadzaam
        • Alle zenders screenden in de dagen na de aanslagen hun aanbod series en films en wisselden waar ze dat raadzaam achtten .
      • realistisch
        • Zo’n grote infrastructurele ingreep voor alleen de pleziervaart wordt niet realistisch geacht .
      • relevant
        • Indien de situatie relevant genoeg wordt geacht , wordt de perceptuele cyclus herhaald tot er bevestiging wordt gevonden.
      • rijp
        • Na zeven edities acht zij de tijd rijp voor iets anders.
      • schuldig
        • Een federale rechter acht de politicus schuldig aan corruptie en witwassen.
      • taak
        • Hij acht dat een taak van de bondscoach en de KNVB.
      • toelaatbaar
        • De Hoge Raad achtte deze handelswijze toelaatbaar .
      • toerekeningsvatbaar
        • Het gerechtshof achtte hem nu wel deels toerekeningsvatbaar .
      • van toepassing
        • Nietzsche recenseert de recensie, en dat mag recensent Grunberg op zichzelf van toepassing achten , als Nietzsche schrijft: „ Maak ik dan literatuur?
      • veilig
        • Van zodra de redder zich veilig acht kan hij aan zijn taak beginnen.
      • verantwoordelijk
        • Zal de kiezer hen verantwoordelijk achten voor de economie?
      • voldoende
        • Kennelijk wordt de bestaande aandacht niet voldoende geacht .
      • waard
        • Omdat hij ze aan zijn keukentafel schreef, maar ook omdat hij ze niet het vertalen waard achtte .
      • wenselijk
        • Dit wordt uit economisch en sociaal oogpunt door de wetgever niet wenselijk geacht .
      • zinvol
        • Ook al zou men dit zinvol achten , dan is het nog niet mogelijk.
      iemand beschouwt iets of iemand als zodanig of iets
      vaak in het passief
    • 2
      iemand of iets wordt of is geacht (om) te + inf
      • bedrijf
        • Al die bedrijven werden geacht afzonderlijk winst te maken.
      • deelnemer
        • Elke deelnemer is geacht zonder hulp te kunnen vissen.
      • kind
        • Wat oogt hij toch mooi, de mens die onze kinderen worden geacht te worden.
      • lid
        • De leden worden geacht op hun beurt het beroepsgeheim te respecteren.
      • mens
        • Volwassen mensen worden geacht vrij te kunnen beslissen.
      • politicus
        • Een politicus wordt geacht dat niet te doen.
      • vrouw
        • Onder het mom van vrijheid worden vrouwen geacht ' bevrijd ' te zijn.
            iemand of iets wordt verondersteld (om) te ...
            meestal met 'worden'
          • 3
            iemand acht iemand als iemand
                    iemand respecteert iemand (als ...)
                    • Het idee dat de medemens even waardevol is als mezelf, ook al is hij veel zwakker, dat we van de medemens geen object maken, dat we hem niet opeten, dat we hem niet slaan, of dat we hem niet buitensluiten, dat we hem achten als mens.
                    • (meer voorbeelden)