beurs

substantief
  • Toon:

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben beurs als subject?

afsluiten

anticiperen

beginnen

beleven

bereiken

bewegen

bieden

boeken

crashen

dalen

(56 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben beurs als object?

aanvragen

betreden

bezoeken

beïnvloeden

domineren

duwen

financieren

geven

hebben

houden

(22 meer)

determinator

substantief

aantal

pronomen of numerale

alle

beide

de meeste

dergelijke

elke

enige

geen

meer

sommige

veel

(1 meer)

bepaling voor "beurs"

adjectief, participium of numerale

Amerikaans

Amsterdams

Aziatisch

Brussels

Europees

Nederlands

aanvullend

alternatief

belangrijk

best

(25 meer)

bepaling na "beurs"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

Amsterdam

eurozone

uit:

eurozone

van:

Amsterdam

Brussel

eurozone

kind

overheid

stad

universiteit

voor:

design

kunst

onderzoek

student

studie

"beurs" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

deelname aan beurzen

de gang naar de beurs

de klim van de beurzen

de koersen op de beurs

de onrust op de beurzen

de ontwikkelingen op de beurs

de opening van de beurs

de stap naar de beurs

de stemming op de beurzen

een bedrijf naar de beurs brengen

(7 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met beurs?

congres

salon

tentoonstelling

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

(diep) in de beurs tasten

([iemand] met) een {gevulde, goedgevulde, ruim gevulde, meer gevulde} beurs

([iemand] met) een {kleine, krappe, smalle} beurs

de beurs trekken

een notering {aan, op} de beurs

[iemands] beurs spekken

in eigen beurs tasten

met gesloten {beurs, beurzen}

naar de beurs {gaan, stappen, trekken}

{aan, op} de beurs genoteerd zijn

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.