identificeren, zich

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Twee mensen die zich niet kunnen identificeren worden opgepakt.

Ik denk dat de doorsnee burger zich daarmee niet kan identificeren.

Maar ik heb me wel geïdentificeerd met het belang van kunst en cultuur.

Jongeren uit lagere klassen identificeren zich met zijn verhaal.

Ze identificeren zich met de geschiedenis van wederopbouw.

Die vragen of de jongens zich kunnen identificeren.

Ook een man kan zich met mijn werk identificeren.

Ze worden uitgenodigd zich met hem te identificeren.

Zij identificeren zich met hun kind en ontlenen er status aan.

Je moet je kunnen identificeren om er met wetenschappelijke bedoelingen in te mogen.

Nu identificeren patiënten zich met het zorgpasje van de zorgverzekeraar.

Die vrouwen hebben hechte banden met andere vrouwen en identificeren zich sterk met hun groep.

De mate waarin de jongeren zich met de Nederlandse samenleving identificeerden, was van belang.

Ook is er een overkoepelend thema, waar bijna iedereen zich wel mee kan identificeren.

Een Japanse freelancer heeft alleen zijn zelfgedrukte visitekaartje om zich als journalist te identificeren.

De toenemende mondialisering maakt dat steeds meer mensen zich identificeren met meer dan één staat tegelijk.

Het kind moet leren zich volledig te identificeren met zijn behoeften zoals ze zich van nature ontwikkelen.

We hebben een verhaal nodig waar we onszelf mee kunnen identificeren.

Veel mensen vinden dat een nobel streven, maar wie identificeert zich nu graag met losers?

Hij identificeert er zich zelfs mee, bekende hij enkele jaren terug.

De fiets wordt het instrument van een elite, waar de massa zich niet meer kan mee identificeren.

Met een nieuwe app zullen Belgen zich op een veiligere manier kunnen identificeren.

Hij vertelt altijd flauwe mopjes, daar kan ik me wel mee identificeren.

Tegelijkertijd lijken de meeste jonge vrouwelijke bankiers zich meer te identificeren met hun sociale klasse dan met hun geslacht.

Hij wil ook begrip creëren voor daders en de westerse kijker een mogelijkheid bieden zich met hen te identificeren.

subject

Wie of wat (...) zich?

substantief

groep

individu

jongere

kijker

lezer

mens

patiënt

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men zich?

adverbium

gemakkelijk

goed

makkelijk

moeilijk

sterk

volledig

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

met:

groep

hoofdpersoon

mens

partij

personage

probleem

slachtoffer

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij zich identificeren?

dienen

gaan

kunnen

moeten

weigeren

willen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.