bezoeker

substantief

In het kasteel kunnen de bezoekers van alles ontdekken en beleven.

Jaarlijks komen er zo'n 300.000 bezoekers op de parade af.

In 2000 bezochten 315 165 bezoekers de balie aan de Grote Markt.

De museumervaring was intensiever, bezoekers bleven langer.

De bezoekers wonnen met 0-3.

Bezoekers moesten zich wel aanmelden.

In 2014 mochten de Antwerpse musea 1.488.061 bezoekers begroeten.

In het sfeervolle buurthuis genieten ruim honderd bezoekers van hun maaltijd.

De bezoekers haalden het met 2-3.

De bezoeker maakt kennis met de componisten en hun muziek.

In de avond kijken de bezoekers, liggend op matrasjes, naar de optredens.

De bezoekers kregen zondag een rondleiding in de vier stallen.

Bezoekers trekken nu in groten getale naar steden die iedereen vroeger links liet liggen.

In 2012 kreeg de bibliotheek 295.000 bezoekers over de vloer.

Als regelmatig bezoeker van concerten heb ik het nog wel erger meegemaakt.

Joren Clauwaert is een van die gidsen die de bezoekers door de stad leiden.

We lokken zowel jongere als oudere bezoekers, uit de hele wereld.

Vorig jaar trok het spektakel ruim 10.000 bezoekers naar de Dam.

De garderobe is enorm, klassieke muziek verwelkomt de bezoeker.

Schuifelend verdringen de bezoekers zich voor de vitrines.

In de eerste anderhalf jaar kreeg de site 19.000 unieke bezoekers.

En ze is haar hele leven vaste bezoeker gebleven van het park.

Na de rust voetbalden de bezoekers wel meer vooruit, maar zonder veel kansen.

Flanders Fields kan 300.000 bezoekers aan, ook daar zitten we al bijna aan.

De Antwerpse streetart haalt de media en trekt ook buitenlandse bezoekers aan.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben bezoeker als subject?

achterlaten

beleven

betalen

bezoeken

binnenkomen

blijven

deelnemen

denken

dragen

ervaren

(49 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben bezoeker als object?

aankunnen

aanmoedigen

aansporen

aanspreken

aantrekken

aanzetten

afschrikken

begeleiden

begroeten

bekoren

(55 meer)

determinator

substantief

aantal

groep

massa

miljard

miljoen

recordaantal

stroom

tienduizenden

tientallen

pronomen of numerale

alle

de meeste

elke

enkele

geen

iedere

meer

meerdere

minder

sommige

(3 meer)

bepaling voor "bezoeker"

adjectief, participium of numerale

argeloos

betalend

boos

buitenlands

dagelijks

dronken

enthousiast

extra

frequent

gemiddeld

(31 meer)

bepaling na "bezoeker"

prepositiegroep of conjunctiegroep

aan:

park

site

stad

tentoonstelling

op:

site

website

uit:

buitenland

buurland

land

wereld

van:

concert

festival

kerk

kerstmarkt

markt

moskee

museum

park

restaurant

site

(4 meer)

"bezoeker" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de meerderheid van de bezoekers

het merendeel van de bezoekers

het profiel van de bezoekers

open voor bezoekers

op [zoveel] bezoekers rekenen

toegankelijk voor bezoekers

vol met bezoekers

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met bezoeker?

bewoner

medewerker

toerist

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

unieke bezoeker

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.